Vakbonden FBZ, FNV, CNV en NU’91 zaten op 2 mei met werkgeversorganisatie de Nederlandse ggz aan tafel om aanvullende afspraken te maken voor de Cao GGZ die loopt tot 31 december 2024. Eind januari vroegen de vakbonden aan de werkgever om samen te kijken naar mogelijkheden om de koopkracht te verbeteren. Niet alleen de torenhoge inflatie geeft hier aanleiding toe, ook loopt de loonparagraaf in de Cao GGZ achter op andere zorgcao’s.
Nog ver uiteen
Het was lang stil aan de werkgeverskant, maar op 2 mei zaten de cao-partijen bijeen. We moeten helaas constateren dat de standpunten van de werkgever en onze wensen nog ver uiteen liggen. Donderdag 11 mei wordt het overleg tussen de cao-partijen hervat en komt de werkgever met een nieuw voorstel.
Geen nivellerende afspraken
FBZ houdt er rekening mee dat in het nieuwe voorstel van de werkgever een aftopping van de loonontwikkeling zit. “We hebben van meet af aan benadrukt dat de aanvullende afspraken juist nu, in een periode waarin de druk in de ggz enorm is, noodzakelijk zijn – en dat die verbeteringen bovendien voor álle werknemers moeten gelden. Iedereen heeft recht op koopkrachtbehoud. Bovendien kan dit onderwerp veel onrust veroorzaken tussen beroepsgroepen. Loondifferentiatie is geen onderwerp voor de cao-tafel”, aldus onderhandelaar Robert Barendse.