De vakbonden/werknemersorganisaties FNV, AC/FBZ, CNV Overheid en VAWO/CMHF en de VSNU zijn gekomen tot een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao voor de ca 50.000 universiteitsmedewerkers in Nederland. De looptijd van de cao is van 1-7-2017 tot en met 31-12-2019. Het akkoord bevat onder andere afspraken over meer perspectief voor junior docenten en postdocs, mobiliteit en duurzame inzetbaarheid van ondersteunend personeel, een vitaliteitspact en een structurele loonsverhoging.
Het onderhandelaarsakkoord is tot stand gekomen in een goede samenwerking tussen de werkgevers en werknemerspartijen, waar het uitgangspunt is geweest om gezamenlijk te kijken naar de behoeften van de sector en de medewerkers. Belangrijkste elementen zijn:
Structurele plus eenmalige loonsverhoging
Op 1 mei 2018 worden de salarissen van universitaire werknemers die een dienstverband bij een Nederlandse Universiteit hebben, structureel met 2,0% verhoogd. Op 1 februari 2019 worden de salarissen structureel met 2,6% verhoogd. Daarnaast ontvangen universitaire werknemers, die op 1 mei 2018 een dienstverband bij een Nederlandse Universiteit hebben uiterlijk in september 2018 een eenmalige uitkering van bruto 0,6% van het jaarsalaris.
Meer perspectief voor junior docenten en postdocs
Junior docenten krijgen een langer durend (4-6 jaar) eenmalig contract aangeboden. Hiermee zal het aandeel kortdurende contracten verder dalen. Voor junior docenten met onderwijsambities wordt de doorstroom naar een baan in een van de andere onderwijssectoren gefaciliteerd. Daarnaast zetten partijen zich in om deze junior docenten versneld een onderwijsbevoegdheid te laten behalen. Voor junior docenten met wetenschappelijke ambities wordt de mogelijkheid gecreëerd van een combinatiefunctie van junior docent en onderzoeker met een eenmalig tijdelijk dienstverband van in principe zes jaar. De docent behaalt deze periode de basis kwalificatie onderwijs (BKO) en wordt geacht een PhD met succes af te ronden. Voor postdocs is afgesproken te onderzoeken hoe hun perspectief en werkzekerheid op de arbeidsmarkt versterkt kan worden.
Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid ondersteunend personeel
De cao-partijen verankeren ‘een leven lang leren’ in het loopbaantraject voor ondersteunende functies. De norm wordt dat iedere ondersteunende medewerker die binnen de cao een vast dienstverband heeft, zijn functie uitoefent voor een periode van maximaal 4 tot 6 jaar. Gedurende deze periode ontwikkelen medewerkers zich richting een volgende stap in hun loopbaan.
Vitaliteitspact
Universiteiten maken het mogelijk om vanaf 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 0,2 fte of 0,4 fte minder te gaan werken (bij een volledige arbeidsduur) tegen een beloning van 85% resp. 70% van het oorspronkelijke salaris, met behoud van de volledige pensioenopbouw. De regeling wordt vooralsnog voor een beperkte periode ingevoerd, vanaf 1 januari 2019 tot en met 1 juli 2020.
Naast bovengenoemde elementen zijn er ook afspraken gemaakt over de implementatie van werkdrukplannen, de verlenging van aanstellingen van promovendi die te maken krijgen met zwangerschap of ouderschapsverlof en een pilot ombudsman bij minimaal drie universiteiten. Uiterlijk per 30 juni aanstaande besluiten de partijen – na het raadplegen van hun achterbannen – of dit akkoord wordt omgezet in een definitief akkoord.