Uit onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat de richtlijn voor het gebruik van mondmaskers in de ouderenzorg (VVT) niet alleen gebaseerd was op medisch advies, maar ook op schaarste. FBZ is teleurgesteld in het RIVM wegens gebrek aan transparantie, zeker ook omdat FBZ samen met andere zorgvakbonden diverse malen bij Minister De Jonge en het RIVM hebben aangegeven dat werknemers zich niet veilig voelden bij de richtlijn.
Volgens de inmiddels verouderde RIVM-richtlijn voor de VVT hoefden zorgprofessionals geen mondmasker te dragen wanneer zij kortdurend contact hadden met een (verdachte) coronapatiënt. Ook niet als zij binnen een straal van anderhalve meter kwamen. Nu blijkt dat het RIVM deze richtlijn op 17 augustus stilzwijgend heeft ingetrokken. Het advies luidt nu dat mondmaskers noodzakelijk zijn, ook bij kortdurend contact.
Zorgprofessional beslist zelf
Omdat veel zorgprofessionals zich bij de oude RIVM-richtlijn niet veilig voelden hebben FBZ, FNV, CNV en NU’91 er als werknemersorganisaties in mei er samen op aangedrongen dat er een handreiking voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moest komen voor iedere zorgprofessional. In deze handreiking staat dat zorgverleners hun eigen professionele afweging kunnen maken of het gewenst is om met PBM te werken, ook als dat volgens de RIVM-richtlijn niet per se noodzakelijk is.
FBZ gaat er van uit dat het RIVM vanaf nu wel volledige openheid van zaken geeft en lering trekt, want de veiligheid van zorgprofessionals mag nooit – ook niet in tijden van schaarste – in het geding komen. Ook rekent FBZ erop dat het kabinet alles in het werk stelt om voldoende PBM beschikbaar te hebben en te houden voor alle zorgmedewerkers