De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) heeft er niet toe geleid dat werkgevers meer flexwerkers een vast contract hebben gegeven. Dat blijkt uit onderzoek van ABN AMRO. De wet moet het voor ondernemers aantrekkelijker maken om mensen een vaste baan aan te bieden. Dat gebeurde nauwelijks. Wel werden als gevolg van de wet ruim 77.000 flexibele arbeidsrelaties opgezegd. Dit gebeurde vooral in aanloop naar de nieuwe wet, die op 1 januari 2020 van kracht werd.
Volgens de onderzoekers vullen werkgevers hun ‘flexibele schil’ door de komst van de WAB anders in. Zo kwamen flexwerkers deels in de WW terecht, terwijl werkgevers overstapten op zzp’ers.
Nadelig voor vrouwen en jongeren
Bijna 80% van alle flexwerkers van wie het contract werd beëindigd, is vrouw. Zij werken vaker in sectoren waar kostenverhogingen minder makkelijk kunnen worden opgevangen, zoals thuiszorg, horeca en kinderopvang. Volgens ABN AMRO leiden hogere kosten dan al snel tot ontslag. Ook vielen harde klappen bij jongeren met een daling van ruim 37.000 tijdelijke contracten. Zij werden door gebrek aan werkervaring niet vervangen door vaste contracten. Zo’n 15.000 laagopgeleide flexwerkers verloren hun baan.
Professionals profiteren wel
Bij hoger opgeleide vakmensen en professionals, waaronder HBO-verpleegkundigen en artsen, werden minder flexcontracten opgezegd en vond ook minder vervanging plaats door zzp’ers. Hier is het effect van de wet dus wel licht positief. Ook was vanaf januari 2020, nadat duidelijk was hoe de wet in de praktijk uitwerkte, een licht herstel te zien. Dit werd door COVID-19 echter weer teniet gedaan.
SZW: verschuiving naar zzp blijft zorgpunt
Minister Koolmees van SZW vindt het te vroeg de cijfers toe te schrijven aan de WAB, maar geeft wel aan dat vastgesteld kan worden dat flexibel werk steeds meer toeneemt. Het demissionaire kabinet heeft volgens Koolmees al stappen gezet om de verschillen in kosten voor werkgevers tussen vast en flex te verkleinen, omdat het vaak kostenverschillen zijn die bepalen welk contract iemand krijgt. Maar de minister geeft toe minder ver te zijn gekomen dan gehoopt en dat de verschuiving naar zzp een zorgpunt blijft. Hij vindt het aan een volgend kabinet om door te gaan met maatregelen om de arbeidsmarkt beter te helpen werken.