Marieke Halma* werkt vier dagen per week als diëtist in een ziekenhuis. Omdat ze flink last heeft van arm, nek en schouderklachten heeft ze zich bij haar werkgever ziekgemeld. Wel blijft ze een dag per week in haar eigen praktijk aan de slag. Dit is haar werkgever ter ore gekomen die begrijpelijkerwijs vraagtekens stelt bij de ziekmelding van Marieke. Hij stuurt haar een brief waarin staat dat ze ontslag krijgt, want Marieke is kennelijk toch arbeidsgeschikt, maar laat het na te komen werken.
Marieke is totaal onthutst over dit bericht van haar werkgever. Ze had zich in het geheel niet gerealiseerd dat haar bezigheden in de eigen praktijk wel degelijk relevant zijn met betrekking tot haar ziekmelding bij haar werkgever. Ze wil graag weten wat nu haar opties zijn en advies over wat ze nu het beste kan doen. Ze krijgt bij FBZ Rechtshulp arbeidsjurist Marlies Welschen aan de lijn.
Ze vertelt gespannen dat ze zich precies heeft gehouden aan de adviezen van de bedrijfsarts. Er is een plan van aanpak gemaakt voor haar re-integratie. Ze volgt fysiotherapie om van haar klachten af te komen. Haar werkzaamheden in haar eigen praktijk heeft ze noodgedwongen op het allerlaagste pitje gezet, maar ze spreekt wel cliënten. Haar inspanningen om haar fysieke klachten te verminderen pakken goed uit op haar herstel en ze had dan ook gehoopt haar werkzaamheden in het ziekenhuis binnenkort weer te hervatten.
Aan de regels houden
Marlies Welschen begrijpt dat Marieke niet goed bekend is met waar ze zich als goed werknemer bij ziekmelding aan moet houden. Marlies legt uit dat dit wat ingewikkelder ligt als sprake is van meerdere betrekkingen: “Normaliter roept de werkgever na ziekmelding de werknemer op bij de bedrijfsarts. Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld met de inspanningen die nodig zijn voor re-integratie. De werkgever en de werknemer zijn samen verantwoordelijk dat te laten slagen. Maar als je als werknemer ook werkzaam bent in een andere betrekking zijn er bijkomende omstandigheden die van invloed zijn op de re-integratie van de werknemer.” Partijen hadden de bedrijfsarts moeten vragen om te onderzoeken of Marieke haar re-integratie frustreerde door in haar eigen praktijk door te blijven werken. Marlies legt ook uit dat de werkgever eerst minder vergaande sancties had moeten toepassen, zoals bijvoorbeeld opschorting of staking van de loondoorbetaling en niet meteen tot een ontslag had moeten overgaan.
Goed gesprek
Marlies zet in op een goed gesprek tussen Marieke met haar werkgever. Hij is zeer ontstemd over haar gedrag maar begrijpt nu dat er geen kwade opzet in het spel is. Hij wil haar ook eigenlijk liever niet kwijt, want hij is zeer tevreden over haar functioneren. De werkgever is bereid haar opnieuw naar de bedrijfsarts te laten gaan om het plan van aanpak bij te stellen die rekening houdt met de verschillende werkzaamheden en zo een realistisch oordeel te vormen over de re-integratie. Het is wel belangrijk dat haar werkzaamheden in de praktijk haar re-integratie niet in de weg staan. Marieke vraagt een collega om in te vallen in haar praktijk en geeft aan pas weer aan de slag gaan wanneer ze weer volledig aan het werk is bij haar werkgever. Marieke is opgelucht dat haar werkgever begrip toont en bereid is mee te werken aan haar re-integratie.
Arbeidsrechtelijke vragen?
FBZ en haar partners staan klaar voor leden met arbeidsrechtelijke vragen. Tal van verenigingen bieden de individuele dienstverlening van FBZ Rechtshulp aan. Kijk voor meer info en andere praktijkvoorbeelden op www.fbz.nl/rechtshulp.
* Namen van cliënten zijn fictief i.v.m. de privacy van de cliënt.