Onder druk van de Tweede Kamer is het kabinet over de streep; er komt 675 miljoen bij voor verbetering van de salarissen in de middengroepen van zorgmedewerkers. Dat is een goede eerste stap, juist nu alle grote zorgcao’s op het punt staan vernieuwd te worden. Maar voor tenminste koopkrachtbehoud van álle medewerkers in de zorg en voor aanpak van de werkdruk is meer nodig.
Meer loonruimte is een goed begin voor noodzakelijke verbetering van de salarissen van zorgmedewerkers. Het kabinet richt nu echter alleen op de middeninkomens, terwijl alle beroepsgroepen in de zorg hard nodig zijn om zorg te verlenen en alle werknemers tenminste moeten kunnen rekenen op koopkrachtbehoud. Maarten Faas, voorzitter vakbond FBZ: “Meer loonruimte is een goed begin voor noodzakelijke verbetering van de salarissen van zorgmedewerkers. Het kabinet richt zich nu echter alleen op de middeninkomens, terwijl alle beroepsgroepen in de zorg hard nodig zijn om zorg te verlenen en koopkrachtbehoud van alle werknemers het minimale is.” FBZ vindt daarnaast dat collectieve afspraken over de loonruimte worden gemaakt aan de cao-tafels. Het kabinet moet de verdeling van de extra middelen overlaten aan cao-partijen, oftewel het overleg tussen werkgevers en werknemers.
Alle beroepsgroepen
Meer dan ooit tevoren moeten werkgevers ervoor zorgen dat de huidige werknemers in de zorgsector onder gezonde omstandigheden hun werk kunnen doen. De werkdruk is enorm en het ziekteverzuim is al twee decennia niet zo hoog geweest als nu. De toegang tot de zorg is al lang niet meer overal gegarandeerd. Het zijn de zorgprofessionals die de zorg draaiende houden. Investeren in alle huidige zorgmedewerkers die samen schouder aan schouder zorg verlenen is dus keihard nodig.