Marieke van den Oosten werkt als physician assistant in een zorginstelling en heeft door ziektepiek op de afdeling een paar keer ingesprongen om te voorkomen dat er onderbezetting was. Ze heeft om die reden in het najaar op verzoek van haar werkgever zelfs haar ingeplande vakantie afgezegd. Ze vindt het geen probleem zich flexibel op te stellen, maar vraagt zich wel af of dat wel zo verstandig is. Raakt ze misschien door eigen toedoen haar opgebouwde vakantieverlof kwijt? Van haar werkgever wordt ze niet veel wijzer, hij verwijst haar slechts naar de cao. Ze besluit FBZ Rechtshulp te mailen waar ze op moet letten en wat haar rechten en plichten zijn.
In een telefonische afspraak met arbeidsjurist Annette Borgers legt Borgers aan Marieke eerst uit hoe het in het algemeen zit met vakantieverlof. “Elke werknemer heeft jaarlijks minstens recht op vier maal de overeengekomen arbeidsuren per week. Dat is het wettelijk verlof. Extra toegekende vakantiedagen, bijvoorbeeld op basis van de cao, zijn bovenwettelijke vakantiedagen. Het is ook zo dat de werkgever ervoor moet zorgen dat je als werknemer jaarlijks de vakantie kan opnemen waarop je minimaal recht hebt.”
Marieke geeft aan dat ze zich verantwoordelijk voelt jegens haar patiënten en collega’s om in te springen wanneer het nodig is en daarvoor zelfs haar ingeplande vakantie af te willen zeggen. Maar ze wordt nu wel keer op keer voor een dilemma gesteld omdat de problemen met het rooster zich frequent voordoen.
Annette Borgers legt uit dat de werkgever en werknemer met elkaar in gesprek moeten gaan als er problemen zijn met het rooster. De werkgever mag zich alleen keren tegen het opnemen van vakantie door de werknemer als hij daarvoor tijdig zwaarwegende redenen aanvoert. Ze vervolgt: “Als de werkgever deze zwaarwegende redenen niet heeft aangevoerd binnen twee weken nadat de werknemer zijn of haar wensen voor vakantie schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, dan geldt de vakantie als vastgesteld.” Overigens kunnen roosterproblemen soms belangrijk genoeg zijn om een aangevraagde vakantie te weigeren.
Marieke moet dus duidelijk aangeven wanneer ze haar vakantie wil opnemen, licht Annette Borgers toe. Dat ze zelf besluit roosterproblemen op te lossen is natuurlijk collegiaal en fijn voor haar werk, maar het is aan de andere kant ook belangrijk tijdig rust in acht te nemen. Het is zowel in het belang van de werkgever als de werknemer, dat de werknemer gezond blijft, en daardoor ook goed inzetbaar blijft.
Nu het nieuwe jaar is begonnen vraagt Marieke zich nu nog af hoe het zit met het meenemen van het verlof dat ze in het najaar niet opgemaakt heeft. Borgers: “Volgens de wet vervallen wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Werkgevers gaan er soms te gemakkelijk vanuit dat wettelijke vakantiedagen die niet tijdig zijn opgenomen dan sowieso vervallen. Dit is niet altijd automatisch het geval. Het ligt namelijk anders als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen, bijvoorbeeld omdat de werknemer ernstig ziek is, of de werkgever steeds zwaarwegende redenen aanvoert waardoor hij de werknemer belemmert verlof op te nemen. Dus haar wettelijke vakantiedagen over 2021 met behoud van loon vervallen niet zonder meer op 1 juli 2022 als ze dan nog niet zijn opgenomen. Voor het opnemen van bovenwettelijke vakantiedagen is meer tijd, want die vervallen pas na vijf jaar na het jaar waarin ze zijn opgebouwd.”
Het is bovendien ook zo dat de werkgever Marieke goed en tijdig moet informeren welke vakantiedagen gaan vervallen en haar in staat te stellen de vakantiedagen die dreigen te vervallen tijdig op te nemen. Uitsluitend naar een cao verwijzen is te mager. Als de werkgever dat heeft nagelaten, is dat nog een reden om aan te nemen dat haar vakantiedagen niet vervallen omdat ze niet tijdig zijn opgenomen.
Annette adviseert Marieke in gesprek te gaan met haar werkgever zodat hij haar duidelijkheid kan geven. Ze raadt haar ook aan de gemaakte afspraken schriftelijk te laten vastleggen. Mocht dit niet afdoende zijn om te komen tot een oplossing voor beiden, dan kan Marieke weer met FBZ Rechtshulp contact opnemen.
Een aantal weken na dit gesprek mailt ze dat het gesprek plezierig is verlopen en dat ze gerustgesteld is. De werkgever gaf aan haar werkhouding te waarderen, maar het ook belangrijk te vinden dat Marieke geregeld vakantie opneemt, en dat ze dat ook echt moet doen. Hij gaf ook aan dat hij haar daartoe in staat zal stellen, omdat de vakantiedagen anders komen te vervallen. De werkgever heeft ook aangegeven dat hij vanaf nu tijdig zal waarschuwen wanneer bepaalde vakantiedagen vervallen, zodat Marieke hier rekening mee kan houden bij het plannen van haar vakanties. De werkgever heeft verder aangegeven dat hij zal proberen de roosterproblemen in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen door tijdig afspraken te maken met alle collega’s en als het desondanks nog een keer mocht voorkomen dat hij dan met Marieke in gesprek zal gaan over een goede oplossing.