Minister Helder van VWS gaf op 6 juli tijdens het debat over de arbeidsmarkt in de zorg aan dat er geen extra geld komt om de loonachterstand van middengroepen in de zorg in te lopen. FBZ had samen met andere vakbonden en werkgeversorganisaties in de zorg gepleit om wél extra middelen vrij te maken en is teleurgesteld. Wel is ze blij met de brede erkenning voor meer zeggenschap van zorgprofessionals.
In een pamflet dat vakbonden en werkgeversorganisaties in aanloop naar het debat presenteerden, benadrukten ze dat de lonen van de middengroepen in de zorg achterlopen op vergelijkbare beroepen in andere publieke sectoren en helemaal bij de marktsector. Met het oog op de hoge werkdruk en personeelstekorten in de zorg is het volgens de bonden en werkgevers belangrijk te investeren in de arbeidsvoorwaarden om zo nieuwe mensen te kunnen aantrekken én bestaande werknemers te behouden.
Zaai geen tweespalt
De minister zei echter dat de bijdrage via de OVA (Overheidsbijdrage Arbeidskostenontwikkeling), die de basis vormt voor cao-afspraken, genoeg is en dat sociale partners in de cao moeten regelen hoe dat geld tussen de verschillende inkomensgroepen wordt verdeeld. Ze benadrukte daarbij dat gedifferentieerde loonontwikkeling een mogelijkheid is. “Juist in een tijd waarin het nodig is dat zorgprofessionals samen alle zeilen bijzetten, zaait de minister op deze manier tweespalt”, vindt FBZ-voorzitter Maarten Faas. In veel zorgsectoren is gedifferentieerde loonstijging sowieso geen oplossing omdat daar bijna iedereen in de middengroep zit. Een inhaalslag kost daar dus veel geld, terwijl relatief weinig mensen in lagere of hogere loonschalen werken (een eventuele lagere loonstijging voor deze groepen levert dus nauwelijks iets op).
Bezuiniging van 1,5 miljard
De boodschap van de minister komt bovenop het bericht van een week geleden dat de zorg vanaf volgend jaar 1,5 miljard moet gaan bezuinigen. Dit moet onderdeel worden van het Integraal Zorgakkoord (IZA), waarover het kabinet op dit moment afspraken probeert te maken met zorgaanbieders, sociale partners, zorgfinanciers, verzekeraars en een aantal beroepsorganisaties. Arbeidsmarkt is één van de onderdelen van het akkoord, waarbij het kabinet de groei van het aantal zorgmedewerkers wil remmen door bijvoorbeeld de inzet van innovatie. FBZ is het met het kabinet eens dat innovatie nodig is, omdat er simpelweg niet genoeg mensen zijn om aan de groeiende zorgvraag te kunnen blijven voldoen. Voorlopig zullen er echter nog steeds meer mensen nodig zijn in de zorg en is het bovendien een uitdaging om zorgprofessionals te behouden. “Wij kunnen het inzetten van méér mensen en het tegelijkertijd investeren in innovatie niet rijmen met een bezuinigingsopdracht van 1,5 miljard. Dit geeft een eventueel zorgakkoord een valse start”, aldus Faas.
Vrijblijvendheid voorbij
FBZ zag ook goede punten in het debat. Bijvoorbeeld de brede erkenning, ook bij de minister, dat zorgprofessionals meer nodig hebben dan alleen financiële waardering. Zeggenschap voor zorgmedewerkers wordt dankzij een initiatiefvoorstel van Ellemeet (GroenLinks) en Tielen (VVD) voorwaarde voor het inkopen van zorg. “Een goede ontwikkeling”, vindt Faas, die benadrukt dat FBZ zich in alle cao’s inzet voor het vastleggen van inspraak.
Verder was er veel aandacht voor regionale samenwerking, goed werkgeverschap en ruimte voor opleiding en ontwikkeling. En er komt een nieuwe impuls voor het programma Ontregel de Zorg. Het ministerie zégt dat we de vrijblijvendheid voorbij zijn. Er moeten nu concrete afspraken komen en concrete resultaten. Hoe werd in het debat alleen nog niet duidelijk. Een aantal partijen gaf aan dat zij vinden dat de minister meer de regie moet nemen en grote knopen moet doorhakken. Samen met de minister van VWS en de staatssecretaris van Financiën moeten belemmering worden weggenomen voor bijvoorbeeld gedeeld werkgeverschap of het gaan werken van meer uren. FBZ sluit zich bij deze oproep aan en hoopt dat ‘de vrijblijvendheid voorbij’, ook als het gaat om goed werkgeverschap, zo snel mogelijk werkelijkheid wordt.