Cao-partijen hebben op 21 mei onderhandelingen gevoerd om te komen tot een nieuwe Cao Ziekenhuizen voor de 200.000 werknemers in deze branche. Het overleg heeft echter nog niet tot een resultaat geleid. De werkgevers bleken niet bereid een loonbod te doen dat in de buurt komt van de eisen van de vakbonden.
Daarop besloten de bonden (FNV, FBZ, NU’91 en CNV), zelf het initiatief te nemen en een tegenvoorstel bij de werkgevers neer te leggen. Werknemers in de ziekenhuizen wachten al te lang op een akkoord en willen nu boter bij de vis.
Waar zitten de verschillen?
Vakbonden willen een koopkrachtverbetering, maar de werkgevers komen niet verder dan een salarisverhoging van gemiddeld 2,5% per jaar voor een cao met een looptijd van twee jaar.
Bonden willen een verhoging van de basis voor ORT en twee uitloopperiodieken voor werknemers die al geruime tijd aan het eind van hun schaal zitten. Naast afspraken over geld, moeten er in deze cao een aantal afspraken komen die de roostering en flexibele inzet beter regelen voor werknemers.
Daarnaast willen we dat verslechteringen van tafel gaan die de werkgevers door willen voeren, zoals afschaffing van de IZZ-bijdrage en maximering van het persoonlijke levensfasebudget (PLB). Verder heeft de NVZ nog onvoldoende aandacht gehad voor voorstellen vanuit de achterban van FBZ.
Werkgevers aan zet
De werkgevers beraden zich nu over het voorstel van de bonden. Wij verwachten dat ze bij de volgende geplande onderhandelronde op 3 juni laten weten akkoord te gaan met ons ultieme bod. Wij nodigen een delegatie van de achterban uit om op 3 juni aan het eind van de middag om samen met ons de balans op te maken.